Cateren met steeds minder CO2

Voor mijn deur in Amsterdam staat een hybride auto. Daarmee rijd ik naar het hoofdkantoor van Albron in De Meern. Zo heeft mijn woon-werkverkeer minder CO2-uitstoot. Want die uitstoot is een mooie maatstaf voor de keuzes die ik thuis én tijdens mijn werk voor Albron maak.   

CO2 is eigenlijk de beste graadmeter om je effect op het klimaat zo klein mogelijk te maken. Scoor je goed op CO2, dan houd je het in de meeste gevallen ook je bredere impact op het milieu binnen de perken. Daarom gebruik ik dat kengetal binnen Albron om te sturen op verduurzaming. Als onderdeel van duidelijke KPI’s. 

Hoog op lijstjes
Er zijn allerlei mooie lijstjes om wereldwijd de CO2-uitstoot terug te dringen en zo een klimaatneutrale wereld in 2030 dichterbij te brengen. In die lijst staan voedselverspilling tegengaan en dierlijke eiwitten vervangen voor plantaardige steevast hoog. Precies de punten waarop Albron het verschil kan maken. Met de manier waarop Albron elk jaar zo’n 90 miljoen maaltijden serveert, kunnen ook wij een bijdrage leveren aan de ambitieuze klimaatdoelen. Die verantwoordelijkheid nemen we graag en ik zet er ook graag mijn tanden in. Dat is nodig, want om de juiste keuzes te maken, is nogal wat speurwerk nodig. En je loopt tegen allerlei afwegingen aan. Het is moeilijker dan een goede hybride auto uitzoeken.

Land van vlees en melk
Als ik naar de voetafdruk van Albron kijk, dan beslaat de inkoop van eten en drinken zo’n 93%. De zool van de voet. Natuurlijk doen we ook wat aan de tenen, zoals energie- en waterbesparing en groene mobiliteit. Vandaar die auto. Maar de winst zit in de keuze van wat we overal op het menu zetten. Om die keuzes gefundeerd te maken, ben ik begonnen met de CO2-emissie van alle vijfduizend producten die we inkopen in kaart te brengen. Samen met onze leveranciers. Je mag van me aannemen dat dat een monsterklus is. Maar de data die het oplevert, stellen ons beter in staat om te verduurzamen. Ons doel is een aanbod met maximaal 20% dierlijke eiwitten. Ter vergelijking: het menu van een gemiddelde Nederlander bestaat voor 60% uit dierlijk eiwit. We zijn het land van vlees, kaas en melk. Maar er zit beweging in de transitie naar plantaardig. 

Portieverpakkingen kaas
Die beweging zit ‘m in slimme dingen. In onze hybride gehaktballen bijvoorbeeld, die voor de helft uit vlees en voor de helft uit champignons bestaan. Daarmee overtuigen we zelfs de grootste carnivoor. Onze koks weten ook met lekkere hartige groentespreads een mooi alternatief te bieden voor vleeswaren. En zo hebben we tientallen voorbeelden. Naast die eiwittransitie werken we aan het andere punt uit het lijstje: voedselverspilling. En ook daar is de CO2-uitstoot het kengetal. Dat leidt soms tot andere keuzes dan je zou denken. We zorgen bijvoorbeeld al langer voor zo min mogelijk plastic verpakkingen, maar bij portieverpakkingen kaas zijn we daar terughoudend in. Simpelweg omdat we anders het restant onverpakte kaas op buffetten moeten weggooien. En dat leidt per saldo tot een hogere CO2-emissie. Zo berekenen we elke stap en elke keuze. En gooien we tientallen procenten minder voedsel weg.

Kritische vragen
Met CO2-uitstoot als kengetal kunnen we onszelf overal op afrekenen. En anderen ook. Dat mag en dat moet. Omdat Albron geen producent maar dienstverlener is, zijn we voor het halen van klimaatdoelen afhankelijk van onze keten. Daarom werken we binnen die keten graag nauw samen en durven we elkaar kritische vragen te stellen. En elkaar uit te dagen om met creatieve oplossingen te komen. Sinds kort kunnen ook alle locaties waar Albron werkt hun eigen CO2-voetafdruk zien, in een benchmark met andere locaties. Zo blijven we elkaar aan het denken zetten.  

Dat denken doe ik vooral wanneer ik in mijn hybride auto onderweg ben naar De Meern of klanten en leveranciers in het land. Vaak dwars door het groene landschap. Het landschap dat we met iets meer aandacht voor het klimaat ook goed achterlaten voor de volgende generatie.

Bart van Westreenen
Directeur Inkoop & Supply Chain & Duurzaamheid

Meer blog artikelen